Toen muziek nog ter ondersteuning van een film diende, moest deze de verhaallijn vooral versterken en emoties bij de kijker oproepen. Deze vorm van muziek word ook wel diegetische muziek genoemd (naar het Griekse woord voor 'vertelling', diegesis).
Deze vertellende eigenschap is terug te leiden naar de Romantiek, waarin programmamuziek een grote rol speelde. Denk aan Symphonie Fantastique van Hector Berlioz.
Sinds films zelf ook een geluidsspoor hebben, kan muziek ook non-diegetisch zijn.
Bij deze laatste vorm kunnen de acteurs de muziek ook horen, bijvoorbeeld als een personage de radio aan zet of er een optreden van een band is8. Overgangen tussen non-diegetische en diegetische muziek kunnen een verrassend effect opleveren. Deze truc wordt vaak in films toegepast, als grap of als effect.
Een voorbeeld is het slot van Avalon. In de concertzaal speelt het orkest en koor Voyage to Avalon, terwijl de hoofdpersoon buiten staat en het verhaal zich daar afspeelt9. Een ander mooi voorbeeld van diegesis is de film The Pianist, waar de hoofdpersoon nummers van Frederic Chopin op indrukwekkende wijze vertolkt 10.
De muziek in een musicalfilm is niet altijd diegetisch, zoals sommigen denken. De muziek moet een duidelijke vertellende functie hebben, zoals bij Do-Re-Mi uit The Sound of Music dat heeft. Zodra de muziek niets toevoegt aan de vertellende laag, is deze non-diegetisch. Dit onderscheid is soms lastig te maken.
Maar wat doet filmmuziek? Met (non-)diegesis kan het een effect of vertellende ondersteuning bieden, maar zoals muziek 'iets' met mensen en menselijke emoties doet, is de kracht van muziek extra aanwezig in film, omdat het met beeld gecombineerd wordt.
Dit alles heeft met onze hersenen te maken. Onze hersenen zijn erg goed in patroonherkenning, we maken associaties als we bepaald geluid horen. Een voorbeeld is herhaling. We maken associaties als we geluid voor een tweede keer horen, verbinden het aan een beeld of situatie, of misschien wel geur of gevoel.
Bij patroonherkenning speelt voor- en achtergrond een rol, want geluid waarbij we associaties maken komen naar de voorgrond, ten opzichte van achtergrondgeluid zoals voorbijrijdende auto's11.
De kracht van goede filmmuziek is voorgrond en achtergrond zodanig met beeld laten versmelten dat bij de kijker/luisteraar herkenning (door herhaling) opgeroepen wordt, maar ook een 'ik hoor iets nieuws'-effect, zonder dat de muziek saai wordt.
Eén van de manieren waarop dit gedaan wordt, is door gebruik te maken thema's en motieven.
Of in Leonard Bernstein's woorden: een goede melodie is er één die makkelijk het oor in gaat en moeilijk er weer uit. Wat onze oren verwachten, onthouden we ook goed12.